Informatie E-nummers op functie
Toevoegingen hebben altijd een functie in een product. Soms hebben ze meer dan één functie en vallen daarom onder meerdere groepen tegelijk.
Antiklontermiddelen
Gaan het samenklonteren tegen van poedervormige levensmiddelen in de verpakking. Ze komen onder andere voor in poedersuiker, zout en soeppoeder.
(E170, E338, E339, E340, E341, E343, E425, E425(ii), E426, E470, E529, E530, E535, E536, E537, E551, E552, E553, E554, E555, E556, E558, E559, E570)
Antioxidanten
Beschermen tegen aantasting door de zuurstof in de lucht, waardoor smaakbederf wordt tegengegaan. Ze komen onder andere voor in slasaus, mayonaise en koekjes.
(E300, E301, E302. E304, E306, E307, E308, E309, E310, E311, E312, E315, E316, E320, E321)
Antischuimmiddelen
Voorkomen dat een product gaat schuimen tijdens bereiding of gebruik. Ze komen onder andere voor in soep en ananassap.
(E431, E432, E433, E434, E435, E436, E491¸ E492, E493, E494, E495, E551, E552, E553, E553b, E554, E555, E556, E900)
Complexvormers
Zorgen ervoor dat metaalionen niet verstorend in het product kunnen werken. Het zit bijvoorbeeld in frisdranken, kaas en sausen.
Conserveermiddelen
Gaan bederf door bacteriën en schimmels tegen. Ze verlengen de houdbaarheid. Ze komen in erg veel soorten producten voor.
(E200, E201, E202, E203, E210, E211, E212, E213, E214, E215, E216, E217, E218, E219, E220, E221, E222, E223, E224, E226, E227, E228, E230, E231, E232, E233, E234, E235, E239, E242, E249, E250, E251, E252, E260m E261, E262, E262i, E262ii, E263, E270, E280, E281, E282, E283, E284, E285, E290, E334, E335, E336, E337, E354, E1105)
Dragerstoffen
Helpen onder andere bij het oplossen van bepaalde stoffen, zoals in oplosdranken en wijn.
(E559, E1202)
Drijfgassen
Zijn gassen die in verpakkingen voor druk vormen, zodat als je op de opening drukt het product er uit komt. Bijvoorbeeld bij slagroom in een spuitfles.
(E938, E939, E940, E941, E942, E948, E949, E950 t/m E955, E957, E959, E967)
Emulgatoren
Maken het mogelijk vet en water te vermengen tot één geheel (emulsie). Ze komen voor in onder andere slasaus, mayonaise en margarine.
(E322, E380, E385, E400, E401, E402, E403, E404, E410, E412, E413, E414, E415, E416, E417, E422, E425, E425ii, E426, E432, E433, E434, E435, E436, E440i, E440ii, E442, E444, E445, E450, E451, E452, E460, E461, E462, E463, E464, E465, E466, E469, E470, E471, E472, E473, E474, E476, E477, E479b, E481, E482, E491, E492, E493, E494, E495, E558, E999)
Geleermiddelen
Zijn verdikkingsmiddelen voor het steviger maken van vruchtenproducten zoals jam en toetjes.
(E401, E405, E406, E407. E408, E413, E416, E417, E421, E422, E430 t/m E436, E444, E445, E450/i/ii/iii/v/vi, E451, E452, E457, E458, E459, E462, E463, E465, E466, E468, E469, E477, E478, E480, E483, E484, E490, E491 t/m E495)
Glansmiddelen
Geven een glanzend laagje. Dit is meestal een dun laagje was. Ze zitten op rozijnen en sommige snoepjes.
(E900, E901, E902, E903, E904 , E905, E906, E907 E912, E913. E914)
Klaarmiddelen
Zijn stoffen die worden gebruikt voor het helder maken van dranken, zoals bier en wijn.
Kleurstoffen
Worden gebruikt voor het kleuren van levensmiddelen. Ze zitten in aardbeienjam, gekonfijte kersen, vruchtenyoghurt, snoepjes, margarine, vanillevla, krentenbrood en advocaat.
(E102, E104, E107, E110, E120. E122, E123, E124, E127, E128, E129, E131, E132, E133, E142, E150 a/d, E151, E154, E155, E173, e174, E175, E180, E181)
Meelverbeteraars
Worden aan meel of deeg toegevoegd om de bakeigenschappen te verbeteren of meel witter te maken.
(E920, E921, E922, E923, E925, E926, E927a, E927b, E928, E930)
Metaalbinders
Binden losse moleculen van metalen en voorkomen zo dat deze moleculen giftig kunnen zijn of het product veranderen. Ze zitten onder andere in sausen, ingeblikte groenten en mayonaise.
Rijsmiddelen
Laten het deeg rijzen. Ze zitten in zelfrijzend bakmeel, cakemeel en bakpoeder.
(E341, E341i, E500, E501, E503, E504, E520, E521, E522, E523, E541)
Smaakversterkers
Versterken de smaak en zitten bijvoorbeeld in soep in blik, soep in droge vorm, sojasaus (ketjap), worst en verschillende snacks.
(E621 t/m E636, E710, E713)
Stabilisatoren
Stabiliseren de toestand waarin een product verkeert. Ze voorkomen bijvoorbeeld het uitdrogen bij vleeswaren, vooral bij ham. In consumptie-ijs gaan ze de vorming van ijskristallen tegen. Ze zitten in mayonaise, slasaus, vleeswaren, ijs en chocolademelk.
(E401, E405, E406, E407. E408, E413, E416, E417, E421, E422, E430 t/m E436, E444, E445, E450/i/ii/iii/v/vi, E451, E452, E457, E458, E459, E462, E463, E465, E466, E468, E469, E477, E478, E480, E483, E484, E490, E491 t/m E495)
Verdikkingsmiddelen
Maken het product steviger (een soort bindmiddel). Ze zitten in puddinkjes, ijs, slasaus, halvarine, toetjes, advocaat en halva-jam.
(E401, E405, E406, E407. E408, E413, E416, E417, E421, E422, E430 t/m E436, E444, E445, E450/i/ii/iii/v/vi, E451, E452, E457, E458, E459, E462, E463, E465, E466, E468, E469, E477, E478, E480, E483, E484, E490, E491 t/m E495)
Verpakkingsgassen
Zorgen ervoor dat het product goed blijft. Op de verpakking staat dan vaak: ‘Beschermende atmosfeer’.
(E938, E939, E941, E942, E948, E949)
Voedingszuren
Zijn bereide zuren die gebruikt worden voor het inleggen van levensmiddelen in zuur of voor het verhogen van de zure smaak. Ze zitten in jam, vruchtensap, slasaus, augurken in het zuur, vruchten in blik en zure melkproducten.
(E260, E261, E261i, E261ii, E263, E270, E280, E281, E282, E283, E284, E285, E290, E296, E297, E325, E326, E327, E330, E331, E332, E333, E334, E335, E336, E337, E338, E339, E340, E341, E343, E350, E351, E352, E353, E354, E355, E356, E357, E363, E450, E451, E452)
Vulstoffen
Worden soms in tabletten gebuikt. Daar zit dan maar een paar milligram actieve stof in. De vulstof geeft de tablet volume. Het zit bijvoorbeeld in voedingssupplementen.
(E170)
Zoetstoffen
Worden toegevoegd om producten zoeter te maken (is goedkoper voor de fabrikant dan het gebruik van suiker).
(E420, E421, E950 t/m E955, E957, E959, E960 t/m E962, E965 t/m E967, E968)
Zuurteregelaars
Moeten de zuurtegraad reguleren. Ze zorgen voor een zuurdere of minder zure smaak. Ze zitten in ijs, melkproducten met vruchtensap en vleeswaren.
(E444, E500, E508, E511, E512, E513, E514, E515, E518, E520 t/m E530, E535 t/m E541, E543, E544, E545, E546, E554, E555, E556, E586)
Toevoegingen hebben altijd een functie in een product. Soms hebben ze meer dan één functie en vallen daarom onder meerdere groepen tegelijk.
Antiklontermiddelen
Gaan het samenklonteren tegen van poedervormige levensmiddelen in de verpakking. Ze komen onder andere voor in poedersuiker, zout en soeppoeder.
(E170, E338, E339, E340, E341, E343, E425, E425(ii), E426, E470, E529, E530, E535, E536, E537, E551, E552, E553, E554, E555, E556, E558, E559, E570)
Antioxidanten
Beschermen tegen aantasting door de zuurstof in de lucht, waardoor smaakbederf wordt tegengegaan. Ze komen onder andere voor in slasaus, mayonaise en koekjes.
(E300, E301, E302. E304, E306, E307, E308, E309, E310, E311, E312, E315, E316, E320, E321)
Antischuimmiddelen
Voorkomen dat een product gaat schuimen tijdens bereiding of gebruik. Ze komen onder andere voor in soep en ananassap.
(E431, E432, E433, E434, E435, E436, E491¸ E492, E493, E494, E495, E551, E552, E553, E553b, E554, E555, E556, E900)
Complexvormers
Zorgen ervoor dat metaalionen niet verstorend in het product kunnen werken. Het zit bijvoorbeeld in frisdranken, kaas en sausen.
Conserveermiddelen
Gaan bederf door bacteriën en schimmels tegen. Ze verlengen de houdbaarheid. Ze komen in erg veel soorten producten voor.
(E200, E201, E202, E203, E210, E211, E212, E213, E214, E215, E216, E217, E218, E219, E220, E221, E222, E223, E224, E226, E227, E228, E230, E231, E232, E233, E234, E235, E239, E242, E249, E250, E251, E252, E260m E261, E262, E262i, E262ii, E263, E270, E280, E281, E282, E283, E284, E285, E290, E334, E335, E336, E337, E354, E1105)
Dragerstoffen
Helpen onder andere bij het oplossen van bepaalde stoffen, zoals in oplosdranken en wijn.
(E559, E1202)
Drijfgassen
Zijn gassen die in verpakkingen voor druk vormen, zodat als je op de opening drukt het product er uit komt. Bijvoorbeeld bij slagroom in een spuitfles.
(E938, E939, E940, E941, E942, E948, E949, E950 t/m E955, E957, E959, E967)
Emulgatoren
Maken het mogelijk vet en water te vermengen tot één geheel (emulsie). Ze komen voor in onder andere slasaus, mayonaise en margarine.
(E322, E380, E385, E400, E401, E402, E403, E404, E410, E412, E413, E414, E415, E416, E417, E422, E425, E425ii, E426, E432, E433, E434, E435, E436, E440i, E440ii, E442, E444, E445, E450, E451, E452, E460, E461, E462, E463, E464, E465, E466, E469, E470, E471, E472, E473, E474, E476, E477, E479b, E481, E482, E491, E492, E493, E494, E495, E558, E999)
Geleermiddelen
Zijn verdikkingsmiddelen voor het steviger maken van vruchtenproducten zoals jam en toetjes.
(E401, E405, E406, E407. E408, E413, E416, E417, E421, E422, E430 t/m E436, E444, E445, E450/i/ii/iii/v/vi, E451, E452, E457, E458, E459, E462, E463, E465, E466, E468, E469, E477, E478, E480, E483, E484, E490, E491 t/m E495)
Glansmiddelen
Geven een glanzend laagje. Dit is meestal een dun laagje was. Ze zitten op rozijnen en sommige snoepjes.
(E900, E901, E902, E903, E904 , E905, E906, E907 E912, E913. E914)
Klaarmiddelen
Zijn stoffen die worden gebruikt voor het helder maken van dranken, zoals bier en wijn.
Kleurstoffen
Worden gebruikt voor het kleuren van levensmiddelen. Ze zitten in aardbeienjam, gekonfijte kersen, vruchtenyoghurt, snoepjes, margarine, vanillevla, krentenbrood en advocaat.
(E102, E104, E107, E110, E120. E122, E123, E124, E127, E128, E129, E131, E132, E133, E142, E150 a/d, E151, E154, E155, E173, e174, E175, E180, E181)
Meelverbeteraars
Worden aan meel of deeg toegevoegd om de bakeigenschappen te verbeteren of meel witter te maken.
(E920, E921, E922, E923, E925, E926, E927a, E927b, E928, E930)
Metaalbinders
Binden losse moleculen van metalen en voorkomen zo dat deze moleculen giftig kunnen zijn of het product veranderen. Ze zitten onder andere in sausen, ingeblikte groenten en mayonaise.
Rijsmiddelen
Laten het deeg rijzen. Ze zitten in zelfrijzend bakmeel, cakemeel en bakpoeder.
(E341, E341i, E500, E501, E503, E504, E520, E521, E522, E523, E541)
Smaakversterkers
Versterken de smaak en zitten bijvoorbeeld in soep in blik, soep in droge vorm, sojasaus (ketjap), worst en verschillende snacks.
(E621 t/m E636, E710, E713)
Stabilisatoren
Stabiliseren de toestand waarin een product verkeert. Ze voorkomen bijvoorbeeld het uitdrogen bij vleeswaren, vooral bij ham. In consumptie-ijs gaan ze de vorming van ijskristallen tegen. Ze zitten in mayonaise, slasaus, vleeswaren, ijs en chocolademelk.
(E401, E405, E406, E407. E408, E413, E416, E417, E421, E422, E430 t/m E436, E444, E445, E450/i/ii/iii/v/vi, E451, E452, E457, E458, E459, E462, E463, E465, E466, E468, E469, E477, E478, E480, E483, E484, E490, E491 t/m E495)
Verdikkingsmiddelen
Maken het product steviger (een soort bindmiddel). Ze zitten in puddinkjes, ijs, slasaus, halvarine, toetjes, advocaat en halva-jam.
(E401, E405, E406, E407. E408, E413, E416, E417, E421, E422, E430 t/m E436, E444, E445, E450/i/ii/iii/v/vi, E451, E452, E457, E458, E459, E462, E463, E465, E466, E468, E469, E477, E478, E480, E483, E484, E490, E491 t/m E495)
Verpakkingsgassen
Zorgen ervoor dat het product goed blijft. Op de verpakking staat dan vaak: ‘Beschermende atmosfeer’.
(E938, E939, E941, E942, E948, E949)
Voedingszuren
Zijn bereide zuren die gebruikt worden voor het inleggen van levensmiddelen in zuur of voor het verhogen van de zure smaak. Ze zitten in jam, vruchtensap, slasaus, augurken in het zuur, vruchten in blik en zure melkproducten.
(E260, E261, E261i, E261ii, E263, E270, E280, E281, E282, E283, E284, E285, E290, E296, E297, E325, E326, E327, E330, E331, E332, E333, E334, E335, E336, E337, E338, E339, E340, E341, E343, E350, E351, E352, E353, E354, E355, E356, E357, E363, E450, E451, E452)
Vulstoffen
Worden soms in tabletten gebuikt. Daar zit dan maar een paar milligram actieve stof in. De vulstof geeft de tablet volume. Het zit bijvoorbeeld in voedingssupplementen.
(E170)
Zoetstoffen
Worden toegevoegd om producten zoeter te maken (is goedkoper voor de fabrikant dan het gebruik van suiker).
(E420, E421, E950 t/m E955, E957, E959, E960 t/m E962, E965 t/m E967, E968)
Zuurteregelaars
Moeten de zuurtegraad reguleren. Ze zorgen voor een zuurdere of minder zure smaak. Ze zitten in ijs, melkproducten met vruchtensap en vleeswaren.
(E444, E500, E508, E511, E512, E513, E514, E515, E518, E520 t/m E530, E535 t/m E541, E543, E544, E545, E546, E554, E555, E556, E586)